Het werk had ons naar een beurs in Tokyo gestuurd. Al twee dagen zat ik op een krukje in een hal. Buiten veertig graden, binnen mensen die ik niet kon verstaan en jetlag. Normaal bleef ik op kantoor bij dit soort dingen maar dit was eens in de vijf jaar en het management had het idee dat de Japanners graag een technisch iemand zagen. Dat was dus niet waar. Het ontcijferen van de reclame op onze eigen stand was na een dag al niet meer leuk.
Mijn collega Michel had ook niet veel te doen. Een echte verkoper, strak in het pak, geschoren, haar netjes in model. Op de zaak hadden we niet veel met elkaar te maken en hier hadden we niets om over te praten. Op de tweede dag, onderweg naar het hotel vroeg hij opeens of ik zin had iets anders te doen. De dag ervoor waren we direct naar onze eigen kamers gegaan. Ik zei dat ik iets zocht dat we alleen hier konden doen. Michiel wist wel iets en nam mij mee. Eerst een stuk met de metro en vanaf daar smalle hete steegjes in.
Vanaf het station was het nog best een eind lopen. Heen en weer door de straatjes. In de warmte was bijna niemand anders buiten. Langs tempels met het geluid van cicadas en het tu tun van stoplichten. In een steegje een rij voor een portiek. Michiel en ik liepen erlangs om achteraan aan te sluiten. In het voorbijgaan zag ik een trap omhoog. Vergeelde tegeltjes op de muren. De rij ging stapje voor stapje vooruit. Een auto kwam voorbij en de we schuifelden wat opzij om ruimte te maken.
Binnen zag er niet veel beter uit dan het portiek. We moesten drie trappen op en de ingang was een open deur met een klapbord ernaast. Een klein zaaltje met ongeveer tien tafels met stoelen. Mensen zaten in stilte te eten en verder hoorde ik alleen een soort gebrom. Het geluid kwam van een machine in de verste hoek van het zaaltje. Groot en wit met afgeronde hoeken als een gigantische Amerikaanse koelkast. Japanse tekens in chroom op de zijkant en in het midden een luik. Drie obers in een rij ernaast. In de houding met de handen op de rug. Het luik ging open en een van de obers pakte het dienblad dat eruit kwam en gebaarde in onze richting.
Het dienblad balancerend op zijn linkerhand bracht hij ons naar een lege tafel. Van het blad kwam voor mij een groot glas water en een theepot met kopje voor Michel. Dorstig van de hitte onderweg dronk ik het waterglas meteen leeg. Michiel slurpte voorzichtig van zijn thee. Het was zo stil dat ik niets durfde te zeggen. Toen het theepotje leeg was verscheen de ober weer met een nieuw dienblad. Eén voor één werden schaaltjes met verschillende kleine Japanse gerechten voor hem neergezet. Als laatste kreeg hij eetstokjes en wisselde de ober het theepotje voor een volle. Mijn lege waterglas haalde hij weg en ik kreeg nu water met ijsklontjes.
Michiel begon meteen te eten. Met zijn stokjes pakte hij kleine hapjes uit de schaaltjes. Dipte ze in de sausjes en stak ze in zijn mond. Tussendoor nam hij kleine slokjes van zijn thee. Ik dronk maar wat van het ijskoude water. Tijdens het kauwen keek hij grijzend op en gebaarde dat het lekker smaakte met de stokjes nog in zijn hand. Met zijn schaaltjes bijna leeg had ik er genoeg van. Na zijn laatste slok thee wilde ik opstaan maar voor dat lukte stonden ze weer naast de tafel. Nu twee mensen met dienbladen. De eerste wisselde de lege schaaltjes voor volle en schonk thee in. De ander zette een dienblad voor mijn neus neer, boog en liep weg.
Op het dienblad voor mij een bord met een burger. Ik kreeg geen bestek of thee maar een groot glas drinken. Voorzichtig pakte ik het op en nam een slokje. Zoals ik dacht, cola, met ijs. De prik tintelde in mijn mond. Michiel begon weer met zijn stokjes in schaaltjes te prikken. Met mijn twee handen pakte ik de burger op. Het broodje zat ergens tussen hard en zacht en ik voelde de komkommer weg schuiven. Voorzichtig bracht ik het naar mijn mond om de eerste hap te nemen. Eerst tomaat en het broodje toen knisperde ik door de komkommer. Zachter door het vlees en als laatste de sla. Ketchup en mayonaise maakte het af. Kauwen, slikken en dan de tweede hap. De komkommer die weer bijna ontsnapt.
Na een paar happen moest ik het even wegleggen om op adem te komen. Een paar slokken cola en de volgende hap was nog beter. Het smaakte het beste als ik een paar happen nam en dan weer wat dronk. De burger was twee handen groot maar niet genoeg. Veel te snel was het bord leeg. Ik dronk de laatste cola en leunde achterover om wat bij te komen. Michiel zat mij aan te kijken met lege schaaltjes voor hem. Weer wat op adem knikte ik naar hem en stonden we tegelijkertijd op. Buiten, in de schemering, stond nog steeds een rij voor de ingang. De straatlantaarns gingen om ons heen aan terwijl we pratend naar het station liepen.
A short story in Dutch. Written for the Literatuurprijs Zeist 2024. 215 competitors. Not chosen for best 20.